Ziekenhuis “De Goddelijke Voorzienigheid” Sittard
Op de vlucht voor de consequenties van de wetsvoorstellen van de Franse minister van onderwijs Combes (hij wilde onderwijs door religieuzen verbieden) kwamen Dochters van de Goddelijke Voorzienigheid op doortocht naar Holland in 1903 aan in Limburg.
Zij vroegen Mgr. Drehmans om toestemming zich in het diocees Limburg te mogen vestigen om onderwijs en ziekenzorg te geven en om wezen op te vangen, waarin hij toestemde.
Via bemiddeling van de Sittardse deken kwam de congregatie in bezit van 1½ ha grond bij de west-entree van de stad. Er werd een klooster gebouwd en in 1905 arriveerden de eerste vijf Bretonse zusters. Het klooster werd in 1908 uitgebreid ten behoeve van medische zorg, aanvankelijk als een soort verpleegkliniek voor ernstig zieke patiënten die onder de zorg van hun huisarts bleven, maar snel daarna als eenvoudig ziekenhuis waar de Heerlense chirurg Hustinx regelmatig operaties verrichtte. De leiding van het ziekenhuis werd door dr. E. Hustinx in 1921 overgedragen aan dr. Schulte en in 1924 aan dr. H. van der Hoff, die deze functie zou blijven bekleden tot aan zijn overlijden in 1961.
Oostelijk van de bestaande gebouwen werd in 1928 een uitbreiding gerealiseerd en rond 1930 ontstond er aan de voorzijde, achterzijde en stadszijde een grote uitbreiding, inclusief een nieuwe grote kapel aan de Walramstraat. Na de tweede wereldoorlog breidde het ziekenhuis zich stormachtig uit.
In 1986 werden het ziekenhuis De Goddelijke Voorzienigheid en het in 1963 geopende St. Barbara ziekenhuis in Geleen geïntegreerd tot een nieuwe organisatie onder de naam “Maaslandziekenhuis”.
Van de oorspronkelijke bouw in Sittard is nog slechts het “Franse Klooster” uit 1905-1908 over en de aansluitende kapel uit 1932, gelegen op de hoek Walramstraat – Heinseweg.
De zusters van de Goddelijke voorzienigheid waren overigens ook elders in de gemeente actief, bijvoorbeeld in Born, waar het zorgcentrum St. Maarten is gevestigd.
Bron: boekje Open Monumentendag 2005, pagina 49 – 50.